Genieten van de bochten en toch besparen

Plezier en veiligheid staan eigenlijk voorop tijdens het motorrijden. Met deze tips zorgen we ervoor dat je te allen tijde optimaal plezier kunt combineren met een hoge mate van veiligheid en toch zo zuinig mogelijk kunt rijden. Dit proberen we te doen aan de hand van feiten en fabels.

1. Rem zo weinig mogelijk

Fabel: Vaak en kort remmen is zuinig.

Probeer zo weinig mogelijk te remmen. Want hoe minder je remt, hoe minder vaak je weer op hoeft te trekken. Accelereren kost simpelweg extra brandstof. Als je steeds weer moet remmen en optrekken, gebruikt je motor relatief veel brandstof. Als je voorkomt dat je steeds remt, voorkom je ook dat je steeds weer moet accelereren. 

Rijd dus op een constante snelheid en laat je de motor uitrollen alvorens je weer gas bijgeeft. Zo verbruik je een stuk minder brandstof. 

Behalve brandstofbesparing zul je ook door minder te remmen ook beter in staat zijn om te anticiperen. Je moet namelijk goed vooruit kijken. Wanneer je minder gaat remmen, moet je de situaties waar je normaal gesproken voor zou remmen lang van tevoren aan zien komen. Door je gas los te laten en langzaam op de situatie af te rijden, is de kans groot dat je gewoon kunt doorrijden tegen de tijd dat je er bent.

2. Rem niet voor een bocht

De volgende tip: rem niet voor een bocht. Huh? Je zou toch zeggen dat dat niet veel verschil maakt? Wat maakt het nou uit of je remt voor een bocht of ruim van tevoren je gas loslaat en op de bocht afrijdt, je gaat er immers met ongeveer dezelfde snelheid doorheen toch? En je moet in beide gevallen na de bocht net zo hard weer optrekken.

Toch maakt dit wel degelijk uit. Als je met een hoge snelheid op een bocht af komt rijden en zo laat mogelijk remt, geef je jezelf wel erg weinig tijd om in te schatten met welke snelheid je door de bocht kunt. Want hey, we hebben niet allemaal het talent van een Valentino Rossi. 

Daarnaast moet je bij het remmen voor de bocht goed kunnen inschatten wanneer je de remmen weer los moet laten om weer snelheid te maken. 

Op een weg met veel bochten maakt het dus veel uit: als je elke bocht met een hogere beginsnelheid in rijdt scheelt het alles bij elkaar veel optrekken. Wanneer je niet remt, maar juist je snelheid voor de bocht terugbrengt, kun je met een veel hogere snelheid door de bocht gaan dan wanneer je van tevoren remt. Op een weg met veel bochten maakt dat een groot verschil. Geloof ons, zo worden bochten veel leuker. Zelfs als het wegdek nat is. 

Met een goede snelheid een mooie bocht meepakken, da’s genieten. Bij bochten is het belangrijk dat je voortdurend vooruit moet kijken. Zo kun je goed inschatten dat je de bochten helemaal voor jezelf hebt en er vol vertrouwen doorheen kunt rijden. Geef jezelf meer tijd voor de voorbereiding op een bocht. Zo zul je minder vaak in de situatie terechtkomen waarin je het gevoel hebt dat je de bocht niet gaat halen.

Nog een laatste tip voor het rijden in bochten. Vooral om een mogelijk valkuil te voorkomen: Probeer niet om bewust zo snel mogelijk de bocht in te rijden. Dan kan het namelijk makkelijk fout gaan. Daarnaast moet je met een te hoge snelheid toch altijd bij remmen en dat willen we voorkomen. Neem de tijd om je snelheid terug te nemen en vertrouw in de bocht helemaal op jezelf. 

3. Rijd langzamer op de rechte stukken

Feit: zuinig rijden betekent langzamer rijden.

Het klopt dat dit op het eerste oog de minst aantrekkelijke tip is. Je kunt het gerust saai noemen. Maar, langzamer rijden op de rechte stukken is gelukkig niet zo saai als het klinkt.

We houden allemaal van bochten. Misschien nog wel meer nu je weet hoe je sneller en zuiniger door een bocht kunt gaan. Maar er is een manier om nog constanter te rijden: langzamer rijden op de rechte stukken. 

Klinkt misschien gek, maar door langzamer te rijden op rechte stukken geniet je nog meer van de bochten. Zeg nou eerlijk, je haalt als motorrijder toch meer plezier uit het rijden van bochten dan het rijden van rechte stukken? En hey, daarnaast bespaar je waarschijnlijk ook nog eens op boetes. In een bocht kan je snelheid namelijk niet accuraat worden gemeten. 

4. Wees niet bang om snel op te trekken uit stilstand

Fabel: door langzaam op te trekken bespaar je brandstof

Je zou denken dat je door langzaam optrekken meer brandstof zou besparen. Maar… het tegendeel is waar! Wanneer je snel optrekt, moet het motorblok harder werken. Hierdoor draait je blog zuiniger draait dan wanneer je langzaam optrekt (minder belasting).

Maar maak het niet te gek. Je hoeft niet met een wheelie bij de stoplichten weg te rijden. Of met een burn-out. In beide gevallen gebruik je weer extra brandstof. Zowel voor het omhoog trekken van je voorwiel als met je achterband een streep te trekken op het asfalt.

Echt zuinig rijd je door lekker vlot op te trekken. En daarmee rijd je natuurlijk ook lekker door. Je trekt het meest efficiënt op wanneer je geen hoge toeren gebruikt. Het gas driekwart opendraaien bij 3000 toeren is zuiniger dan vol gas op 8000 toeren. Schakel daarom wat eerder dan je nu (misschien) gewend bent.

5. Optrekken bij het inhalen

Inhalen is een manoeuvre waarbij het nodig is om flink te accelereren. Door snel op te trekken bij het inhalen duurt de inhaalmanoeuvre korter. Wat een stuk veiliger is. Als je goed en snel wilt inhalen, is het belangrijk om voldoende afstand te houden van het voertuig voor je. Dit zorgt ervoor dat je goed zicht hebt en gemakkelijker vooruit kunt kijken. Zo kun je zelfs al beginnen met optrekken wanneer de laatste tegenligger er nog aan komt rijden.

Deze manier van inhalen is de meest veilige en zuinige manier. Door afstand te houden zorg je ervoor dat je beter kunt anticiperen en remmen niet nodig is. 

Tot slot is het belangrijk om voldoende snelheid te hebben voordat je naast het voertuig dat je inhaalt, rijdt. Op die manier rijd je er op een gelijkmatige snelheid voorbij en schrikt de persoon in het voertuig niet van jouw loeiende motor. 

6. Rijd met lage toeren

Rijden op lage toeren is veel efficiënter voor je blok dan rijden op hoge toeren. Schakel dus eerder op! Dit geldt niet overigens niet alleen bij optrekken, maar ook tijdens het ‘normale’ rijden. Zo kun je beter met een constante snelheid van 110 rijden in plaats van langzamer gaan en constant remmen en gas geven. 

Als je wilt besparen op je brandstof, is het een goed idee om jezelf aan te leren eerder op te schakelen. En in een hogere versnelling te rijden dan je gewend bent. Een bijkomend voordeel hiervan is dat het minder vermoeiend is om op lage toeren te rijden. Dat komt door het geluid dat je motor produceert, maar ook doordat de motor soepeler rijdt en rustiger reageert dan tijdens het rijden op hoge toeren.

7. Hoe veiliger, hoe zuiniger

Feit: veilig rijden zorgt ervoor dat je zuiniger rijdt

Door veilig te rijden verminder je in de eerste plaats de kans op een ongeluk. Maar door veilig te rijden, rijd je ook een stuk zuiniger. Hoe dat precies zit? Doordat je veilig rijdt, kun je sneller anticiperen en voorkomen dat je moet remmen. Om efficiënt op te trekken bij het inhalen, is het bijvoorbeeld belangrijk dat je goed zicht hebt. 

Train jezelf dus constant om zicht te halen. Bijvoorbeeld in een buitenbocht. Als je in een bocht verder naar buiten rijdt, kun je ‘verder door de bocht kijken’. Let er wel goed op dat je voor de gulden middenweg kiest. Je wilt natuurlijk niet dat je tegenliggers van je schrikken als je te ver naar buiten rijdt. 

Hoe meer je rijdt om overal zicht te halen, des te minder je hoeft te remmen. Zo rijd je veiliger en zuiniger. 

8. Houd de bochten voor jezelf

Probeer tijdens het rijden de bochten voor jezelf te houden. Wees een beetje egoïstisch. Door bovenstaande tips op te volgen zul je merken dat je plezier in bochten flink toeneemt. Maar vroeg of laat zul je merken dat andere weggebruikers, bewust of onbewust, het plezier in de bochten wegnemen. 

Nu jij sneller door de bochten rijdt, zul je vaker meemaken dat je voertuigen voor je hebt die met een lage snelheid door de bocht gaan. Kies er daarom voor om jezelf wat terug te laten zakken. 

In de meeste gevallen zul je in zo’n situatie lang moeten wachten op een kans om in te halen. Kies er dan voor om niet te dicht achter die voertuigen te blijven hangen om tegenliggers en bochten in de gaten te houden. Zodat je er direct langs kunt zodra de kans zich voordoet. Dat duurt vaak wel even. 

Laat je daarom wat terugzakken op de rechte stukken. Dan heb je tenminste het eerste deel van de bocht voor jezelf, waarna je je daarna opnieuw terug kunt laten zakken. Hiermee zorg je voor een goed uitgangspunt om, wanneer de kans ontstaat, veilig in te halen.

Tegelijkertijd geniet je toch optimaal van het rijden in de bochten. 

9. Trek je eigen plan

Trek je eigen plan en bepaal je eigen tempo. Je hoeft niet op dezelfde snelheid te rijden die anderen van je verwachten. Andere motorrijders verwachten soms dat je op hun tempo meerijdt. Dit kan soms lastig zijn, want iedereen heeft wel eens last van de behoefte om stoer, goed of snel te zijn in de ogen van anderen. 

Trek daarom je eigen plan. En nog belangrijker: houd je daaraan! Vliegt een vriend van je ervandoor in de bocht? Ga hem niet achterna, rijd gewoon lekker op je eigen tempo. En is je voorganger aan het bumperkleven omdat ie denkt op die manier sneller te kunnen inhalen? Houd in dat geval flink afstand. Zo kun je blijven anticiperen. Blijf gewoon je eigen plan volgen, dan komt het allemaal goed en zul je hier en daar ook wat brandstof besparen!

10. Laat de passagier thuis!

Deze laatste tip is een inkoppertje. Want hoe lager het gewicht, des te zuiniger je rijdt. Laat de passagier thuis en loos alle overbodige spullen. Zo blijf je dichtbij de essentie: lekker motorrijden.

Bonusfeitje: Op de fiets ben je pas écht zuinig

We snappen heel goed dat je graag op je ‘motorfietsie’ rijdt. Maar gaat het om een echt kleine afstand? Laat ‘m dan lekker staan en pak die andere tweewieler (je fiets). Op korte afstanden duurt het even voordat je motor warm is en vervolgens weer moet afkoelen. Dit is minder efficiënt dan het rijden van langere afstanden.