Een les Nederlands is hier natuurlijk niet de bedoeling, maar een beetje duidelijkheid kan nooit kwaad.
Het woord “motor” is een Latijns woord, letterlijk vertaald betekent het "beweger". Het woord werd voor het eerst gebruikt in de 19e eeuw om machines aan te duiden die mechanische energie omzetten in beweging, zoals stoommachines en verbrandingsmotoren. In die betekenis kennen we het woord vandaag de dag nog steeds. We gebruiken het om de krachtbron in voertuigen, zoals auto's, motorfietsen, boten en sneeuwmobielen aan te duiden. Maar ook bijvoorbeeld grasmaaiers, wasmachines en pompen hebben een motor.
Alleen de motorfiets wordt met het zelfstandig naamwoord “motor” aangeduid.
Dat dit zo gegroeid is komt waarschijnlijk doordat de motorfiets eerder dan de automobiel werd ontwikkeld. De eerste namen voor de motorfiets komen uit Frankrijk en Duitsland, gevolgd door Amerika. Het is niet heel opmerkelijk dat alle bouwers de naam van hun soms zeer verrassende ontwerpen met “motor” lieten beginnen. In het Frans werden de eerste modellen “Motocyclette” genoemd, in Duitsland “Motorrad” en in Amerika werd het “Motorcycle” allen refereerden hiermee aan de fiets waaraan ze, al dan niet esthetisch of technisch verantwoord, een motor hadden bevestigd.
Jaren later komen er uitvinders op het idee om de eerder door paarden en andere levensvormen voorgetrokken karren van een motor te voorzien. Na de motorfiets ontstaat dan ook de motorwagen. Maar die naam klinkt helemaal niet lekker, dat vonden ze toen ook al, en daardoor wordt al snel het woord veranderd in automobiel. Enthousiastelingen, zoals wij zijn, houden er nogal van om de dingen waar we van houden een kortere naam te geven, dat klinkt vaak niet alleen beter, het voelt ook beter aan of denk je dat wanneer je “Rosalinde” roept, jij geen andere bedoelingen hebt dan haar liefkozend toe te spreken en zij ook een ander gevoel ervaart dan wanneer je “Roosje” roept? Zo, werd motorfiets, motor en automobiel auto.
Nu even terug naar de Nederlandse taal. Taalkundigen zijn al honderden jaren bezig om de juiste verbuigingen en meervoudsvormen aan zelfstandige naamwoorden te plakken. Omdat Nederlands een levende taal is, veranderen de regels wel eens. De nieuwe regels worden dan voor Nederland vastgelegd, maar niet per se voor de andere landen waar het Nederlands de voertaal, of een van de gesproken talen is.
De Nederlandse taal wordt voornamelijk gesproken in Nederland, maar het is ook een officiële taal in België, Suriname, Aruba, Bonaire, Curaçao en Sint-Maarten. Alle Nederlandse, of voormalig Nederlandse gebiedsdelen gebruiken in meer of mindere mate nog steeds het Nederlands. Ook wordt het gesproken in delen van Duitsland en Frankrijk, en ook in enkele voormalige Nederlandse koloniën zoals Indonesië en Zuid-Afrika.
Nu even serieus, motoren of motors?
In veel landen waar de Nederlandse taal, of een vorm daarvan, wordt gebruikt is het meervoud van motor – motors - maar níét in Nederland. De meervoudsvorm is bij ons officieel – motoren –
Genoeg over het Nederlands, stop met scrollen, begin met rollen!