Motorrijden met een passager. Tips voor zowel bestuurder als passagier

Motorrijden met een passagier. Dubbel het plezier ;). Gelukkig is het bij de meeste motoren mogelijk een passagier mee te nemen. Maar het rijden met een passagier is flink wennen, want het rijdt een stuk anders dan wanneer je in je uppie rijdt. 

Een goede motorrijder zijn terwijl een passagier meerijdt is niet vanzelfsprekend. Want het rijden met een passagier is toch echt wel wat anders dan rijden met bagage. En ondanks dat het wellicht simpel klinkt en lijkt, is het niet eenvoudig om een goede passagier te zijn.

Speciaal voor de minder ervaren motorrijders of rijders die voor het eerst met een passagier gaan rijden, hebben we een aantal tips op een rijtje gezet. Tips hoe je de motor kunt voorbereiden en tips voor tijdens het rijden voor zowel bestuurder als passagier. 

Voorzorgsmaatregelen

Allereerst dient de motor natuurlijk geschikt te zijn voor een duopassagier. Heeft je motor een ruim zadel? Check. Je wilt namelijk niet dat je passagier te dicht op je zit. Dit is niet erg comfortabel tijdens het rijden. 

Daarnaast is het handig om je bandenspanning wat te verhogen voordat je met een passagier gaat rijden. Je gaat immers met meer gewicht de weg op dan je gewend bent en door je bandenspanning wat te verhogen (met zo’n 0,6 bar) behoud je een goede wegligging. 

Oefen eerst op een rustige weg of in de wijk voordat je de verkeersdrukte ingaat. Op deze manier kun je rustig wennen aan het rijden met iemand achterop. Wij raden aan de motor te starten voordat de passagier opstapt. Na opstappen kunnen jullie voorzichtig een eerste rondje rijden.

Tot zover de voorzorgsmaatregelen. Laten we verder gaan met tips voor de bestuurder. 

Tips voor de bestuurder

Zoals gezegd is motorrijden met een passagier heel anders dan alleen motorrijden. Let als bestuurder op de volgende dingen wanneer je iemand mee achterop neemt:

Maak onderling duidelijke afspraken

Heeft de passagier nog geen ervaring met achterop zitten? Dan is het van tevoren raadzaam om goede en duidelijke afspraken te maken. Bespreek hoe hij of zij moet op moet stappen, waar ze hun voeten moeten houden en hoe ze zich het beste vast kunnen houden. Zorg er bovendien voor dat je bijrijder weet wat ‘ie moet doen wanneer ‘ie je iets duidelijk wil maken, bijvoorbeeld wanneer het te snel gaat. Zo voorkom je dat je voor onverwachte situaties komt te staan.

Gedoseerd remmen en gas geven

Als bestuurder moet je rekening houden met het feit dat remmen en gas geven door een passagier heel anders wordt ervaren. In geval van plotseling en hard remmen, wordt de bijrijder tegen je aan geduwd. En in geval van snel accelereren gebeurt het tegenovergesteld, de passagier vliegt wat naar achteren. Dit is voor een bijrijder niet leuk, dus houd hier rekening mee door gedoseerd te remmen en gas te geven.

Soepel schakelen

Als je als bestuurder niet soepel schakelt, kan het voorkomen dat jullie met de helmen tegen elkaar aan ‘kloinken’. Als je zo soepel mogelijk schakelt, voorkom je dit.

Tips voor de passagier

Het lijkt misschien zo eenvoudig om ‘passagier’ te zijn op een motor. Maar toch komt er meer bij kijken dan je denkt.

Het op- en afstappen 

We beginnen bij het begin. Als de bestuurder de motor heeft gestart, is het tijd om op de motor te ‘klimmen’. Ben je vrij lenig? Dan kun je met één been over de motor heen zwaaien om erop te stappen. We snappen het ook als dat niet lukt. In dat geval kun je het voetsteuntje gebruiken om op te stappen. Wees wel voorzichtig en geef aan dat je opstapt, zodat de bestuurder hier rekening mee kan houden.

Ga zo dicht tegen de bestuurder aan zitten

Hoe moet je zitten? Daar kunnen we kort over zijn: zo dicht mogelijk tegen de bestuurder aan. Des te verder je achterop zit, des te meer invloed jouw gewicht heeft bij het nemen van bochten. 

Ga daarom zo dicht mogelijk tegen de bestuurder aan zitten en sla je armen om zijn of haar middel. Of plaats ze op zijn of haar heupen. Zo voel je net als de bestuurder de bewegingen van de motor en kun je daarop anticiperen. 

Meebewegen met de bestuurder

Dat brengt ons op het volgende punt: meebewegen tijdens het rijden. Als je dicht op de bestuurder zit, kun je in bochten goed meebewegen. Het is van groot belang dat je de bewegingen van de bestuurder opvolgt. Zo blijft de motor mooi in balans. 

Gooi niet je hele gewicht in de bocht en ga ook niet tegenhangen. En maak geen onverwachte bewegingen, ook niet tijdens het afremmen. Dit alles maakt het besturen ontzettend lastig en je loopt kans dat de bestuurder de balans verliest. 

Gaan jullie door een bocht? Houd dan net als de bestuurder je hoofd aan de kant van de binnenbocht. Zo kijk je als het ware over zijn of haar schouder terwijl jullie door de bocht gaan. Nemen jullie een bocht naar links? Kijk dan over de linker schouder mee. Gaan jullie naar rechts? Kijk dan over de rechterschouder mee. Probeer in een bocht ook altijd ontspannen te blijven, zo kun je beter meebewegen.

Naderen jullie een stoplicht en zie je aankomen dat de bestuurder gaat remmen? Ga dan met je bovenlichaam iets naar achteren. Zo voorkom je dat jullie met de helmen botsen. 

Zet je voeten op de voetsteunen en laat ze daar

Voor de balans is tijdens het rijden en stilstaan is het van belang dat je je voeten te allen tijde op de steunen laat. Zelfs wanneer jullie stilstaan bij een stoplicht.

Houd alles binnenboord

Dit is vrij voor de hand liggend, maar toch noemen we het. Alles wat je in de lucht houdt of uit je zak haalt, wordt meteen door de wind weggezogen. Zorg er daarom voor dat je alles goed verpakt in je jas zit (achter je rits). Zo zul je niks verliezen.

Conclusie

Pas als je eens met een duopassagier hebt gereden, merk je wat voor invloed dit heeft op het motorrijden. Door alle bovenstaande tips op te volgen, zal het rijden voor zowel bestuurder als passagier een plezierige ervaring worden. In dat geval geldt: gedeelde vreugd is dubbele vreugd! Veel plezier met motorrijden!