Jouw plaats op de weg met je motor

Jouw plaats op de weg met je motor is minder vanzelfsprekend dan de plek die je met een auto inneemt.

Als je met de auto het voor elkaar krijgt om tussen de lijntjes te blijven dan begrijpen de meeste andere weggebruikers je gedrag, ook wanneer je te hard, of wat veel irritanter is, te langzaam rijdt.

Voor een motorrijder is simpel tussen de lijnen rijden niet zo stellig goed genoeg. Je hebt meestal een behoorlijk stuk wegdek tot je beschikking en met de plaats die je inneemt, geef je een signaal aan het overige verkeer af.

Hang je tegen de streep aan dan is het duidelijk dat je nogal een fan van het gas bent en zeker als motorrijder haal je daarmee bij een redelijk aantal automobilisten hun agressieve kant naar boven.

Neem je met je motor een zodanige plaats op de weg in dat het lijkt alsof je de berm probeert te maaien, of de vangrail te poetsen, dan wek je de indruk dat je ontspannen aan het toeren bent en nodig je automobilisten uit om je even snel in te halen, ook als dat niet kan.

Er spelen nog een paar andere aspecten een rol.

Uiteraard wil je zelf een zo’n onbelemmerd mogelijk zicht naar voren én achteren hebben, en je wilt zeker niet in de dode hoek van het voertuig voor je rijden. Wat je ook niet wil is over de lange kant van de pijlen en over strepen rijden. Nee, ook niet als die ‘gewoon’ geschilderd zijn.

Met dit alles in gedachten houd je ineens een stuk minder weg over waarop je je veilig kunt uitleven.

De beste plaats op de weg voor een motor is op driekwart van de rijbaan, als je als vuistregel - links naast de pijlen - aanhoudt zit je meestal goed. Claim je plaats op de weg motor!

Onthoudt dat pijlen en andere wegmarkeringen niet je vrienden zijn.

Zelfs markeringen die met verf op het wegdek zijn aangebracht worden verraderlijk glad als ze zelfs maar een beetje, bijvoorbeeld door mist of condens, vochtig worden.

Rijd er dus langs en zorg dat je altijd voldoende zicht hebt en dat jij gezien wordt!